We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat je onze website zo goed mogelijk beleeft.
Door op 'cookies toestaan' te klikken gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Meer informatie
De EN 343 norm legt de eisen en testmethoden vast voor materialen en naden van kleding die beschermen tegen neerslag (regen, sneeuw), mist en de vochtigheid van de grond. In werkelijkheid is de meeste met EN 343 genormeerde kleding regenkleding en sneeuwkleding, voor de kou is er ook de EN 342 norm.
De EN 343 norm heeft als symbool een paraplu, met daarnaast boven elkaar twee waarden, een X en een Y. De X-waarde geeft de waterdichtheid aan en de Y-waarde geeft de doorlaatbaarheid van waterdamp aan (het ademende vermogen).
Bij de X-waarde zijn er vier klassen (er waren er voorheen 3). Hierbij is 4 de hoogste klasse (waterdicht) en 1 de laagste. Er wordt een bepaalde hoeveelheid water onder druk op het doek (in combinatie met insert) aangebracht en afhankelijk van de hoeveelheid druk die het doorstaat wordt de klasse bepaald.
De Y-waarde geeft het ademende vermogen van het doek/doeken (alle lagen die bij het product gebruikt worden) aan. Ook voor het ademende vermogen zijn er vier klassen (dit waren er voorheen 3). Klasse 1 is de laagste waarde en klasse 4 de hoogste en dus de meest ademende. In warme omgevingen met hoge temperaturen is het belangrijk dat ook de Y-waarde een hogere klasse heeft. Dit omdat het ademend vermogen zorgt voor een betere afvoer van transpiratie.
De EN 343 norm valt onder 'autocertificering', dit houdt in dat het product door de fabrikant zelf gecertificeerd mag worden en het hoeft dus niet telkens door een testinstituut goedgekeurd te worden. Het enige risico dat de drager loopt is namelijk dat hij nat wordt en dat is niet levensbedreigend. Wanneer deze norm in combinatie met andere normen wordt gebruikt, dan wordt wel de gehele combinatie van normen door het testinstituut gecontroleerd.
Een kledingstuk moet aan bepaalde eisen voldoen om EN 343 gecertificeerd te worden: